Als de grote natuur zucht dan horen we de winden, die in zichzelf geluidloos, de stemmen wekken van andere wezens, door op ze te blazen. Uit iedere opening klinken luide stemmen op. Heb je dit gedrang van tonen ooit gehoord ?
Daar is het overhangende woud tegen de steile berg: oude bomen met holen en barsten, als bekken, muilen en oren, als windkokers, als bokalen, groeven in het hout, holten vol met water: Je hoort hoe het kreunt en brult en giert, je hoort bevelende kreten, gegrom, donkere trommen en droevige fluiten. De ene roep wekt de andere tot dialoog.
Zachte winden zingen verlegen maar de sterke blazen teugelloos. Dan gaat de wind liggen. De openingen lozen hun laatste geluiden. Heb je ooit gemerkt hoe alles dan trilt en tot bedaren komt ?
You antwoordde: Dit begrijp ik: De muziek van de aarde komt uit duizenden gaten. De muziek van de mens komt uit fluiten en instrumenten. Maar wat maakt de muziek van de hemel ?
Meester Ji zei: Er is iets dat op duizend verschillende gaten blaast. Er is een macht die dit teweegbrengt en die ook de geluiden weer weg laat sterven. Wat is dat voor een macht ?
Uit: De weg van Zhuangzi – Thomas Merton


